Genderbewust zeker, maar geheel genderneutraal?

De samenleving verandert continu en dat is van alle tijden. Juist bij maatschappijleer en burgerschap horen we daarin bij te blijven. Voor ons als redactie van Essener betekent dat ook nadenken over ons taalgebruik. Wij willen op een zodanige manier schrijven dat iedereen zich daarin herkent, zowel vrouw, man als non-binair (v/m/x). Dat betekent dus zoveel mogelijk inclusief, genderbewust schrijven en dat heeft invloed op zowel de redactionele normen als de onderwerpkeuze.

Redactionele normen

Genderneutraal spreken is best lastig. Dit is waarschijnlijk voor jullie als docenten heel herkenbaar. Hoe vaak zeggen jullie nog: ‘Jongens en meisjes, we gaan beginnen.’ Het zal nog wel even duren voordat er bij iedereen automatisch uitrolt: ‘Leerlingen, we gaan beginnen.’ En vraag je elke leerling hoe die genoemd wil worden? Of is dat te woke en/of doorgeslagen?

Op de redactie hebben we hier uiteraard gesprekken over. Het lijkt in eerste instantie vanzelfsprekend om te kiezen voor de neutrale termen, dus directeur in plaats van directrice. Maar ontstaat er daardoor juist niet een stereotype beeld van in dit geval de directeur? Dat beeld is dan gebaseerd op de mannelijke variant. Waar blijft dan de vrouwelijke kant? Een nieuw woord voor directeur zou het beste zijn, maar dan begrijpt niemand er meer iets van.

Genderneutraal schrijven heeft ook gevolgen voor de persoonlijke en bezittelijke verwijswoorden. In plaats van verwijzen naar hij of zij, kan gebruikgemaakt worden van die. Ook hen is toelaatbaar, maar dat klinkt nog best wel gek. De arts, hen is vandaag ziek of De arts, die is vandaag ziek. De Taalunie houdt ons ook op de hoogte, maar wat vinden jullie?

Er zijn wat trucjes om genderneutraal schrijven  te omzeilen, zoals schrijven in meervoud en neutrale benamingen kiezen. Wij denken echter dat veel lezers ‘mensen met een baarmoeder’ of ‘mensen met een penis’ te ver vinden gaan. Ook met hen willen wij rekening houden, want anders komt acceptatie daardoor alleen maar verder weg te liggen.

Onderwerpkeuze

Ook bij de keuze van onderwerpen speelt genderbewustzijn mee. In de hoofdstukken over de pluriforme samenleving is zeker aandacht voor gender. Het doel hiervan is dit onderwerp bespreekbaar te maken in de klas. Misschien wil je als docent wel geen mevrouw of meneer genoemd worden. En waar worstelen de leerlingen zelf mee? Vragen dus om te stellen in de klas.

Ook tegengeluiden moeten benoemd kunnen worden. Wat speelt er wanneer leerlingen op een school weigeren om de regenboogtrap te nemen? In onze werkboeken proberen we ook dit soort geluiden mee te nemen, juist om inclusief te zijn. Samen leven lukt alleen als alles benoemd mag worden. Ook als het schuurt. En misschien bij maatschappijleer: juist omdat het schuurt.

Kortom, we zitten midden in een proces van bewustwording. Laten we elkaar niet afvallen als het een keer niet goed gaat. Het kost tijd om iets nieuws aan te leren. Elkaar vriendelijk wijzen op mogelijke verbeteringen lijkt ons de juiste weg. Schroom dus ook niet om reacties te sturen naar de uitgeverij. Samen maken we de wereld daarmee telkens een beetje meer genderbewust en daardoor inclusiever.

Benieuwd naar onze methodes? Bekijk de inkijkexemplaren van vmbo, havo, vwo, havo/vwo TTO, mbo niveau 3-4 en mbo Entree-2 op onze website.