Wel of geen telefoon in de klas?

telefoon in de klas

Als Essener willen we docenten maximaal ondersteunen zodat ze zich kunnen focussen op het geven van het beste onderwijs. Maar we willen ook aansluiten op nieuwe ontwikkelingen en de leefwereld van leerlingen. Vorig jaar hebben we uit onze maatschappijleermethodes voor het vmbo, het woord mobieltje geschrapt en vervangen door het woord telefoon. Er is tenslotte geen leerling meer die spreekt over zijn mobieltje of smartphone. En hoewel de onderzoeken nog steeds smartphone zeggen, spreken we ook in deze blog bewust over een telefoon.

In het leven van de meeste jongeren staat de telefoon centraal. Wij vroegen ons af: kunnen we de telefoon niet méér gaan inzetten in de lesmethodes? Bijkomend voordeel: die telefoon hebben leerlingen altijd bij zich.

Wat vindt de docent?

We legden de vraag tijdens de Essener inspiratiedag voor aan gebruikers van onze methode. Maar wat bleek: de meningen over telefoongebruik in de klas liepen nogal uiteen. Een aantal docenten maakt graag gebruik van de telefoon als educatieve tool, maar het merendeel van de docenten vindt dat de telefoon in de klas te veel afleidt. Volgens hen stromen de Snapchats en andere meldingen binnen en kunnen leerlingen dit niet weerstaan. Ons aanvankelijk enthousiasme werd door de meeste docenten hier aanwezig, dus niet gedeeld.

Wat zeggen de onderzoeken?

Het is een dilemma, dat telefoongebruik. Dat wordt ook beschreven in de publicatie ‘schoolbeleid voor smartphones’ van Kennisnet. Uit onderzoek (DUO, 2017) blijkt dat er onder docenten grote zorgen zijn rond telefoongebruik. De leeropbrengsten van vooral (niveaus vergelijkbaar aan) praktijkonderwijs, vmbo-basis en -kader gaan omhoog als er een totaalverbod is, blijkt uit grootschalig Engels onderzoek (Beland & Murphy, 2016). Anderzijds is een kleine meerderheid (51%) uit datzelfde onderzoek van DUO wel voorstander van telefoongebruik voor onderwijsdoeleinden. Het biedt tenslotte ook mogelijkheden. Je sluit aan op de leefwereld van de leerlingen, je kunt er oefenapps op zetten, je rooster op bekijken, quizjes op spelen en informatie opzoeken. Daarbij komt dat de leerling ook moet leren hoe hij omgaat met een telefoon, en niet altijd moet toegeven aan de bijbehorende verleidingen. Er zijn inmiddels ook tools om te zorgen dat leerlingen geen andere apps kunnen bekijken als ze tijdens de les gebruik maken van een device, waaronder de telefoon. Zie hiervoor de publicatie ‘Mobile Device Management: het beheer van mobiele devices in de klas’ eveneens van Kennisnet.

Wat doen wij?

Maar wat doen wij nu? Tot nu toe kozen we ervoor om de telefoon weinig te gebruiken in onze maatschappijleermethodes. Hiermee sluiten we aan op de wens van de meeste docenten die wij hebben gesproken. Anderzijds doen we hiermee ook een groep docenten te kort. En gaan we zo wel met onze tijd mee?

Misschien kunnen we in onze methodes de keuze bieden. Uiteindelijk weet de docent het beste wat zijn of haar leerlingen nodig hebben. Wat vind jij? Wel of geen telefoon in de klas? En zo ja, hoe doen we dat op een slimme manier in onze boeken? Laat het ons weten via info@essener.nl.