Zet je leerlingbrein wat vaker aan

voor en door docenten

Af en toe breekt het angstzweet mij nog uit als ik terugdenk aan de lessen begrijpend lezen op de basisschool. Een stille klas vol gebogen koppies boven saaie boeken met idem inhoud. De massa’s woorden op de grijs grauwe pagina’s dansten voor mijn ogen. Keer op keer begon ik weer opnieuw aan dezelfde zin om hem dit keer wél goed te begrijpen. ‘Waar gaat het over?… Oké, nu echt even concentreren.’ Maar de rode voetbal die langs het raam van het klaslokaal suist heeft mijn aandacht alweer weggenomen. ‘Buitenspelen op het zonnige schoolplein, dat zou ik ook wel willen…’.

Ik was een dromer én heel slecht in begrijpend lezen. Twee eigenschappen die ongetwijfeld vaker samengaan. Ook vast onder de doelgroep van Essener: leerlingen maatschappijleer en studenten burgerschap.

Een uitdaging als schrijver

De uitdaging voor ons schrijversteam ligt er dan ook in de soms complexe en droge stof voor iedere doelgroep zo goed mogelijk aan te bieden en rekening te houden met de veelvormige hersenpannen van leerlingen die onze boeken krijgen voorgeschoteld: de taalzwakke leerling, de hyperintelligente, de leerling met veel verbeeldingskracht, de snel afgeleide leerling, de gretige leerling, de luie, enzovoort. Voor de verschillende leerlingtypen geldt mijn inziens dat zij allen het beste varen bij duidelijke en aantrekkelijke teksten. Die stimuleren het leren, houden ze bij de les en weg van ‘de rode bal’. Maar duidelijk en aantrekkelijk schrijven is makkelijker gezegd dan gedaan. Bij Essener hebben wij helaas geen geheim recept, geen magische toverprinter waar de lekker lees- en leerbare teksten uitrollen. Het schrijven van goed lesmateriaal op niveau blijft lastig en is voortdurend onderwerp van gesprek binnen het schrijversteam van Essener. Tegelijk maakt dat het ontwikkelen van lesmateriaal ook zo leuk. Want ieder leerniveau kent zijn eigen uitdaging.

Het taalniveau

Toen ik als auteur / redacteur bij Essener kwam werken was mijn eerste klus de herziening van het examenkatern Massamedia voor maatschappijwetenschappen. Redelijk vers van de universiteit was het taalniveau voor de havo en vwo examenklanten geen ver van mijn bed-show. De leerlingen werden geacht over een flinke dosis voorkennis te beschikken en meer abstracte verbanden te kunnen leggen. Ook moeilijke woorden waren voor dit niveau niet zozeer het probleem. De uitdaging zat veelal in de verdieping van de teksten en het activeren van leerlingen. Vormen de teksten een sterk inhoudelijk verhaal? Voelt de leerling zich serieus genomen door de methode? Sluit de inhoud wel voldoende aan op het voortdurend bewegende medialandschap en de leefwereld van de leerling? Wordt de leerling wel voldoende uit z’n tent gelokt en gemotiveerd om zich vast te bijten in lastige maatschappelijke problemen? En valt er naast hard leren voor de leerling ook nog iets leuks te beleven in dit boek…?!

Met een geconcentreerde blik op de eindtermen en waardevolle hulp van een ervaren eindredacteur voor schrijfstijl en didactische principes was mijn eerste bijdrage aan een Essener-titel een feit.

Worstelen met lesteksten

Een grotere worsteling met lesteksten kwam het jaar daarop toen ik de herziening van het examenkatern Criminaliteit voor vmbo basisberoepsniveau kreeg toebedeeld. De werking van het Nederlands rechtssysteem is voor een vmbo’er niet anders dan voor een vwo’er, een heldere uitleg daarvan wel. De examenleerlingen moesten zich begrippen als legaliteitsbeginsel, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid eigen maken, en ik moest hen daar als schrijver zo goed mogelijk bij helpen. En dat allemaal in veel minder woorden dan ik gewend was bij MAW. Schrijven voor vmbo is geen eenvoudige (zelfs een vaak onderschatte) exercitie, maar erg interessant en leerzaam. Vooral omdat je jezelf als schrijver echt op scherp moet zetten: Waar ligt de kern van de lesstof? Wat wil ik overbrengen? Met welke insteek vind ik aansluiting bij de leerling? Hoe schrijf ik het zo handig mogelijk op?

Een paar tips die mij zijn bijgebleven:
Ga terug naar de meest uitgeklede betekenis van een begrip zonder de essentie te verliezen.
(Immateriële gevolgen, kun je niet met geld oplossen.)
Zoek aansluiting bij de leefwereld van leerlingen en gebruik voldoende sprekende voorbeelden.
(Ongeschreven regels, denk aan op tijd thuiskomen voor het eten.)
Bouw de tekst op in heldere en systematische denkstappen. Sla vooral geen denkstappen over:
(De ene politicus is voor zware gevangenisstraffen, de ander voor meer leerstraffen. Omdat politici samen een oplossing moeten bedenken, noemen we criminaliteit een politiek probleem.)

Trial en error

Na veel trial and error en feedback van de eindredacteur en collega-schrijvers kwam ook dit examenkatern op tijd af voor de drukker. Pffoe…
En zo ziet de dagelijkse praktijk van het leermiddelen maken eruit. Ook nu buigen wij ons weer met eenzelfde bril over o.a. de herziening van Thema’s Maatschappijleer vwo en actualisaties voor Thema’s Burgerschap voor het MBO.

Het voordeel van mijn slechte cijfer voor begrijpend lezen is dat ik nog steeds kan struikelen over onnodig ingewikkelde alinea’s, te snelle denkstappen in lopende teksten, wollige verhalen en andere moeilijkheden. Als ik er tegenaan loop, loopt de leerling er waarschijnlijk ook tegenaan. Daarom; zet je leerlingbrein regelmatig aan als je met lesmateriaal werkt en bekijk of het nog steeds zo duidelijk geformuleerd is. En pas op voor de gevaarlijk dreiging van ‘de rode bal’.

Jasper van den Broeke
Product Developer – Uitgeverij Essener


Meer weten over het taalniveau van onze methode? Vraag een gratis proefexemplaar aan in onze webshop of neem contact met ons op.